Bron: KUNST-stukje op tumblr
Bron: KUNST-stukje op tumblr
De etsplaat en de lithosteen zijn in de nieuwe grafiek het bureaublad van de computer. De digitale kunst bouwt zich op in nullen en enen. Talloze gegroepeerde bits en bytes, die het DNA vormen van de beeltenis. Eenvoudige grondgetallen die zich laten berekenen tot een veelvoud aan logaritmes. Want hoe simpel de basis ook lijkt, de uitkomst is altijd veelvormig en complex. Het beproefde materiaal, van de naald en de loper tot de zuurkast en de pers, blijft getoetst en zeer wel bruikbaar. Maar moderne technieken lieten eerder al het zeefdrukken toe en miskennen nu het plotten en printen niet. Want is het geverfde schilderij en het gehakte beeld het onmiskenbare origineel, in de grafiek is dat de plaat en de steen waar vanaf gedrukt wordt.
In de digitale wereld bevindt het originele beeld zich in de cloud of in elk geval zwevend ergens in de ether. Maar is in de grafiek het originele beeld niet juist de afdruk, dat wat zichtbaar is en blijft. De grafische technieken laten dat schijnbaar originele beeld meermalen tot uitdrukking komen. De digitale grafiek heeft hetzelfde karakter: het beeld dat zichtbaar wordt door de print is het originele beeld dat de kunstenaar zich wenst.
De grafiek die Hans Kleinsman in Kunstlokaal No.8 laat zien heeft nog niet altijd de orthodoxe druktechniek achter zich gelaten. In de computer wordt het beeld gestuurd berekend, dat door een tekenmachine op de lithosteen wordt gekrast. De prent wordt vervolgens gedrukt in afzonderlijke kleurlagen. Maar eigenlijk is de techniek van minder belang. Het is het resultaat dat telt. En dat zijn levendige patronen die zich in diverse kleuren over het papier bewegen. Het moment is stil gezet, maar door de dynamische veelheid aan vormen rumoert het voor de ogen. Van dichtbij zijn vlakken te isoleren zodat details in pixels zichtbaar worden, maar van een afstand is de grote samenhang te ontdekken.
Er is geen herkenbare beeltenis, maar deze bespeurt de kijker automatisch, zoals het oog altijd iets tastbaars wil beschouwen in veelvormigheid. In detail ademen de kleurige pixels het wit van de ondergrond, daardoor leven de tinten op wanneer alles ineen vloeit van gepaste afstand gezien.
De strakke kaders van Carrie Meijer vormen een balans tot de organische vormen van Kleinsman. Een reidans in vierkwartsmaat naast de mathematische choreografie. Er lijkt weinig plek voor spel in de verkaveling van lijnen en vlakken. Ritmisch is het font ingedeeld en voortdurend echoot de lijn het vlak. Door het felle kleurgebruik, dat een kunstmatige aansturing eigen is, schitteren de werken wel voor de ogen. Ieder vlak naast elke lijn vraagt de aandacht, dring zich op in het beeld en voor de ogen. Het is een drukte van belang, omdat de blik geen rust kan vinden. Pas wanneer het vlak de vrijheid krijgt om te gaan schuiven en in beweging kan komen, ontstaat een bijzonder geheel.
Het is alsof het vlak is losgekomen van het kader. De kunstenaar de begrenzing loslaat om zich te buiten te kunnen gaan aan het experiment. De egaal gekleurde vierkanten en rechthoeken nemen de vorm aan van een plattegrond, een bovenaanzicht waarbij je door de diverse etages kijkt naar dieper liggende lagen. Zo strekt een plat beeld zich van boven naar beneden ver uit. Die werking wordt versterkt door vlakken er tussen te drukken met onderscheidende pixels.
In vormgeving en kleurverhouding een rumoerige tentoonstelling bij Kunstlokaal No.8. Jammer dat de drukte slechts van korte duur is en de rust vrij snel laat weerkeren tussen de witte muren van het voormalige klaslokaal.
Jurjen K. van der Hoek publicist
Orde is saai. Er is waarschijnlijk geen stad zo ordelijk als Singapore. Er is geen saaiere stad dan Singapore. Dat is zelfs een beetje eng. Orde wordt helemaal eng als uit de politieke geschiedenis van de twintigste eeuw blijkt dat de wreedste Europeese dictators Hitler & Stalin, beiden, uitblonken in ordelijkheid. Wat moet je dan met het werk aan van Carrie Meijer? Dat ordelijke werk van Carrie Meijer? Vergeet mijn inleiding en kijk!
Onder welke stroming valt dat ordelijke werk van Carrie Meijer? Hoe heet het eigenlijk waar je naar kijkt? Dat heet formele kunst. Formele kunst is kunst die volgens formele regels tot stand komt. Dat wil zeggen dat de kunstenaar uitgaat van, bijvoorbeeld, een aantal vaste maten en verhoudingen en daarmee een sculptuur maakt. Het werk zal dan een bepaalde ordening, herhaling of opbouw tonen van deze elementen. Formele kunst wordt ook wel systematische of geometrisch-abstracte kunst genoemd. Vergeet wat ik net zei en kijk! Kijk naar de orde in het werk van Carrie Meijer.
Waarom is die schijnbaar vervaarlijke ordelijkheid zo fascinerend? Volgens mij komt dat aan de ene kant door de ambitie van strenge ordelijkheid en aan de andere kant de onmogelijkheid van de ambitie tot perfecte ordelijkheid. Overal schuurt het een beetje. Het lijkt te gaan over de perfecte imperfectie, of misschien wel omgekeerd: de imperfecte perfectie. En, wat boeit is, het speelse onderzoek naar de verschillende technieken waarvan Carrie Meijer zich bedient: Tekeningen met grafietpotloden, inkt, fineliners & dikke viltstiften; een computer met een printer; linosneden. Maar alles wat er uit haar vingers komt – in welke grafische techniek dan ook - is een spannend resultaat van herhaling. Vergeet wat ik net zei en kijk!
Aad Hekker steendrukker
Carrie Meijer is de beeldende kunst toegewijd, maar overdag werkt zij op een handelskantoor. De Nul-groep-kunstenaar Jan Schoonhoven ging ook naar kantoor. In de avonduren en de weekends maakte hij aanvankelijk abstracte, ‘objectieve’ tekeningen en aquarellen. Nul-groep kunstenaars streefden begin jaren zestig immers naar anti-schilderkunstige afbeeldingen. Later werden dat witte reliëfs en toch deels expressieve pen- en penseeltekeningen.
Bij Carrie Meijer is sprake van een omgekeerde ontwikkeling. Haar werk, duidelijk geïnspireerd door dat van Schoonhoven, begon eind jaren negentig met uitgesproken expressieve bloemstillevens, maar evalueerde in een andere richting. Het kreeg een strenger karakter: parallelle horizontale lijnen werden doorkruist door verticalen in een rechthoek met arceringen of vierkantjes. Zo ontstonden precieze, ritmische pentekeningen. Ook de enkele, wat meer dromerige uitzondering werd door vaart en precisie gekenmerkt. Het kleurgebruik veranderde eveneens. Veelkleurigheid maakte plaats voor gebruik van enkele kleuren.
In haar eerste acryl en olieverf schilderijen lijken Cobra-achtige snavel- en bladvormen met elkaar te strijden. Opmerkelijk zijn de acyl schilderijen uit het jaar 2000, waarbij sprake is van een rigoureuze stijlbreuk. Ineens verschijnen de strenge, repeterende vormen en is er zelfs sprake van een streven naar monochromie. Dat pad wordt al snel weer verlaten, maar de schilderijen die hierop volgen dragen een ander karakter dan die uit de eerste fase. Ze zijn wat meer beheerst en geregisseerd. Strijd is vervangen door een onontkoombare, verticale harmonie.
Voor de gouaches uit die periode geldt hetzelfde. In 2000 zijn er plotseling vierkante vormen. De gouache uit dat jaar is nog wel kleurrijk, maar dat duurt maar even. In de volgende, donkerder werken volstaan enkele kleuren. Bij de gouaches vindt dan hetzelfde plaats als bij de acryl schilderijen: ze worden weer uitgesproken expressief.
Intrigerend is de volgende, abrupt ingezette ontwikkeling. Linosneden, litho’s, pentekeningen en ‘viltstiftingen’ ontkomen niet meer aan een doordacht, abstract minimalisme, dat allengs meer schwung krijgt en tegenwoordig verrast door vormen die aan Dubuffet doen denken
Cor Jansma publicist